
- OPLOSSINGEN
- …
- OPLOSSINGEN
- OPLOSSINGEN
- …
- OPLOSSINGEN
spacer
De rol van CEN/TC 444 bij het opstellen van normen voor bodemmonitoring binnen de EU
Samenwerken aan uniforme bodemmonitoring in Europa
De Europese Wet Bodemmonitoring (SML) komt eraan en standaardisatie speelt een cruciale rol bij de implementatie ervan.
Bij HAL24K Agri geloven we sterk in deze verbinding tussen wetgeving, praktijk en innovatie. Onze missie: de bodemgegevens van morgen bruikbaar maken voor de beleidsbeslissingen van vandaag.
In juli 2024 organiseerde het Joint Research Centre (JRC) van de Europese Commissie een cruciale workshop in Ispra, Italië. Het doel: het harmoniseren van gegevens over bodemverontreiniging in heel Europa ter voorbereiding op de aanstaande Soil Monitoring Law (SML). Het evenement bracht verschillende grote Europese onderzoeksprojecten samen - waaronder SOILWISE, ISLANDR, ARAGORN en EDAPHOS - en nodigde experts uit zoals Frank Lamé, voorzitter van CEN/TC 444.
CEN/TC 444 - Environmental Characterization of Solid Matrices (waaronder bodem) is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en het onderhoud van Europese normen. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met ISO/TC 190 - Soil Quality. Momenteel is CEN/TC 444 verantwoordelijk voor ongeveer 190 Europese normen, waarvan er ongeveer 130 (ook) relevant zijn voor de bodem.
De workshop heeft geresulteerd in een JRC-rapport * waarvan de voorzitter van CEN/TC 444 een van de co-auteurs is. Het rapport onderstreept het belang van Europese standaardisatie, wat in lijn is met Annex I en II van de SML. Bijlage I en II definiëren de bodemkenmerken die de EU-lidstaten moeten monitoren en verwijzen daarvoor naar - deels verouderde - ISO-normen. De logica daarachter is dat die methoden zijn gekozen in het Land Use and Coverage Area frame Survey #LUCAS programma. De verwijzing naar deze ISO-normen in de SML is begrijpelijk omdat het belangrijk is om dezelfde methode te gebruiken in volgende monitoringsrondes om veranderingen in de meetmethode in de loop der tijd te voorkomen. Tegelijkertijd mag dit geen belemmering vormen voor de toepassing van modernere methoden; zeker niet als er gelijkwaardige Europese normen beschikbaar zijn. Daarom staat nu in bijlage II van de SML: “Als er een CEN-methode beschikbaar is, heeft deze de voorkeur boven de referentiemethode. In dit geval wordt de oorspronkelijke referentiemethodologie beschouwd als een gelijkwaardige methodologie".
Het onderstreept het belang van het werk van CEN/TC 444 en de noodzaak om voort te bouwen op een nauwe relatie tussen CEN/TC 444, de EC, het GCO en de Europese bodemprojecten. Want ook al zijn er zo'n 130 Europese gestandaardiseerde methoden beschikbaar, er zijn nog steeds onderwerpen die moeten worden behandeld. Zoals een standaard voor de bepaling van PFAS in bodems, die naar verwachting eind dit jaar of begin 2026 zal worden gepubliceerd. Een essentieel aspect bij de ontwikkeling van normen, ook voor de SML, is dat een norm 'fit for purpose' is. Dit houdt in dat het beleidsdoel waarvoor een methode wordt gebruikt, wordt vertaald naar de juiste technische specificaties van de standaard. Is bijvoorbeeld een zeer nauwkeurige en dure methode nodig als de gevraagde resultaten alleen worden gebruikt om een globaal beeld te krijgen van de bodemkwaliteit, of omgekeerd. Dit vraagt om discussie en samenwerking tussen de EC, het GCO, Europese bodemprojecten waarin nieuwe benaderingen worden ontwikkeld, en CEN/TC 444.
Van onze kant zetten we ons in om dit tot een succes te maken!